Tekstgrootte
Sociale veiligheid en pesten.
(art. 12.2d WPO) en (overeenkomst met Toezichtkader SK1 – Schoolklimaat)
De Johannes Martinusschool is een veilige school, waar iedereen zich prettig voelt. Als school besteden wij zorg en aandacht aan de (sociale) veiligheid van ouders, leerlingen en leerkrachten. Als school reageren wij adequaat op signalen van pesten en streven wij samen met het team, leerlingen en ouders naar een veilig pedagogisch klimaat. Eunice Huisden ( groepsleerkracht) is aanspreekpunt pesten en tevens coördinator pesten. Zij monitort twee keer per jaar de sociale veiligheid binnen de groepen en ondersteunt leerkrachten bij de aanpak van pesten.
In het sociale veiligheidsplan dat u kan inzien op school staat beshreven op welke manier wij omgaan met de sociale veiligheid.
Onze aanpak t.a.v. pesten staat beschreven in de kwaliteitskaart gedrag en pesten.
Protocol ten aanzien van pestgedrag
Inleiding
De leerkracht neemt de leiding in het verbeteren van relaties tussen leerlingen en het creëren van een fijne sfeer in de school. Pesten is niet alleen een zaak tussen de dader en slachtoffer maar de hele groep speelt daarin een rol. Binnen de groep is het noodzakelijk om heldere afspraken te maken over welk gedrag aanvaardbaar is en welk gedrag niet getolereerd wordt. In een positieve groepsdynamiek durven groepsleden op te treden wanneer pesten zich voordoet en draagt iedereen de verantwoordelijkheid om pesten te stoppen.De Johannes-Martinusschool maakt gebruik van de methode PAD-leerplan om vaardigheden aan te leren die bijdragen aan een veilige leeromgeving.
Definitie van pesten
Pestgedrag kan uitlopen op situaties, waarin leerlingen zich bedreigd en onveilig voelen. Het kan leiden tot een klassenklimaat dat zo onveilig is, dat leerlingen niet tot leren kunnen komen. Pesten kan op verschillende manieren plaatsvinden.
· Fysiek pesten (slaan, schoppen, duwen en knijpen).
· Verbaal pesten (schelden, beledigen, belachelijk maken en dreigen).
· Materieel pesten (spullen opeisen, afpakken of kapotmaken).
· Een geraffineerdere vorm van pesten wordt indirect, relationeel en sociaal pesten genoemd. Bij deze vorm van pesten valt te denken aan roddelen en iemand buitensluiten.
· De laatste tijd is er ook veel belangstelling voor cyberpesten (digitaal pesten), waarbij iemand via sociale media een ander openlijk probeert te kwetsen .
· Racistisch en seksueel pesten zijn ook vormen van pesten.
Niet alleen de interactie tussen de pester en het slachtoffer is van belang. De groepscontext speelt een belangrijke rol. Leerlingen die niet pesten of niet gepest worden, kunnen ook een onderdeel van het probleem vormen, zij grijpen niet in wanneer er gepest wordt. Het saamhorigheidsgevoel wordt versterkt wanneer de groep kwaad spreekt over één individu en sociaal buitensluit. Het is daarom belangrijk dat de verschillende vormen van pesten herkend worden en dat men weet welke rollen de leerlingen innemen tijdens pestgedrag. De rollen die worden ingenomen zijn:
· De pester (dader) gebruikt pesten als middel om een bepaalde machtspositie te krijgen (populair zijn binnen de groep).
· De aanmoediger is iemand die de pester aanmoedigt om pestgedrag te laten zien.
· De meeloper vertoont zelf geen pestgedrag, maar keurt het gedrag goed door er niets over te zeggen of erom te lachen.
· De buitenstaander weet dat er gepest wordt, keurt het niet goed maar laat het gedrag van de pester en de assistent toe.
· Het slachtoffer is degene die systematisch gepest wordt.
· De verdediger helpt het slachtoffer door het bieden van troost, het aanspreken van de pester op zijn gedrag en het melden van pesten bij een volwassenen.
Algemene aanpak van pestgedrag in de groepBij de start van ieder schooljaar worden de schoolregels besproken en gedurende het hele schooljaar wordt er aandacht besteed aan de vier waarden van de Johannes-Martinusschool: zorg, vertrouwen, zelfstandigheid en creativiteit. De waarden hangen zichtbaar in de hele school. Tevens wordt de time out procedure besproken, wat verstaan wordt onder pestgedrag en hoe hiernaar gehandeld wordt. De bijbehorende groepsregels zijn zichtbaar binnen de hele school worden na iedere vakantie herhaald.
In het lesprogramma zijn veel momenten opgenomen over omgang met elkaar. De Johannes-Martinusschool maakt hiervoor gebruik van de methode PAD-leerplan. Tijdens deze lessen wordt aandacht besteed aan de sociale-emotionele ontwikkeling van het kind en hoe het kan omgaan met lastige situaties die zich voordoen in de dagelijkse praktijk. Het kind krijgt tijdens PAD-leerplan begrippen van verschillende gevoelens/emoties aangeboden en leert dat hieraan bepaald gedrag aan verbonden is. Kinderen leren, door anders te denken, dat ze problemen op een adequate manier kunnen oplossen.
Binnen de school wordt toegezien op naleving van deze afspraken. De leerkracht is alert ten aanzien van pestgedrag binnen de school. Ook tijdens oudergesprekken worden ouders gevraagd hierop alert te zijn en dit bespreekbaar te maken op school.
Pestcoördinator
Op de Johannes-Martinusschool is een pestcoördinator aangesteld. De pestcoördinator spant zich in om pestgedrag tegen te gaan. De pestcoördinator coördineert het pestbeleid op school en is het aanspreekpunt waar leerlingen en ouders het pesten kunnen melden. De pestcoördinator volgt de veiligheid en het welzijn van de leerlingen en zorgt ervoor dat er een actueel beeld is van de situatie binnen de groepen op school.
Aanpak van ruzies en pestgedrag in stappen
Wanneer kinderen problemen ten aanzien van pesten ervaren moeten ze dit melden bij de leerkracht, de pestcoördinator of een andere volwassene in de school. Ook andere leerlingen worden gestimuleerd om het te melden wanneer zij pestgedrag zien. Dit wordt niet gezien als klikken maar als zorgen voor elkaar.
De leerkracht neemt het probleem serieus en gaat in gesprek met alle betrokkenen: de pester, de gepeste en de medeleerlingen.
De leerkracht zoekt samen met de leerlingen naar een oplossing voor het probleem. Dit kan door middel van gesprek of het terugpakken van een specifieke les uit PAD-leerplan. Hierna worden afspraken gemaakt over het stoppen van het pesten en de naleving van de afspraken. De leerkracht brengt de pestcoördinator op de hoogte.
Bij herhaaldelijk pestgedrag volgen consequenties. Directie en ouders van alle betrokkenen worden op de hoogte gebracht. Er volgt altijd een gesprek met directie, leerkracht en pestcoördinator.
De leerkracht houdt in de gaten of leerlingen extra hulp nodig hebben.
Consequenties zijn afhankelijk van het soort pestgedrag.
- Een of meerder pauzes/activiteiten niet meedoen
- Nablijven tot alle ander leerlingen naar huis zijn vertrokken
- Een periode altijd onder toezicht van de leerkracht
- Voor langere tijd een time out buiten de groep
De stappen en consequenties worden genoteerd in het leerlingvolgsysteem van de betrokken leerlingen.
Wanneer bovenstaande geen effect heeft wordt schorsing of eventueel verwijdering een mogelijkheid.